neerlandés » alemán
Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: welsprekendheid , bekendheid , alwetendheid , onwetendheid y/e sprekend

wel·spre·kend·heid [wɛlsprekənthɛɪt] SUST. f geen pl.

1. welsprekendheid (het welsprekend zijn):

2. welsprekendheid ARTE:

3. welsprekendheid form. (leer):

be·kend·heid [bəkɛnthɛit] SUST. f geen pl.

spre·kend1 <sprekende, sprekender, sprekendst> [sprekənt] ADJ.

1. sprekend (geluid gevend):

3. sprekend (duidelijk):

4. sprekend (met veel uitdrukking):

on·we·tend·heid [ɔnwetənthɛit] SUST. f geen pl.

2. onwetendheid (onkunde):

al·we·tend·heid [ɑlwetənthɛɪt] SUST. f geen pl.


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski