Traducciones de „läppisches“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

Bas·ki·sche <Baskische|n> [bɑskisə] SUST. f

Baskische forma femenina de Bask

Véase también: Bask

Bask <Bask|en> [bɑsk] SUST. m

Bask

Baske m

lap·pen <lapte, h. gelapt> [lɑpə(n)] V. trans.

1. lappen (herstellen):

lappen

flicken

schoenen lappen

Schuhe flicken

2. lappen:

lappen (klaarspelen)

hinkriegen

lappen (klaarspelen)

fertigbringen

lappen (klaarspelen)

schaffen

lappen (op slimme wijze)

deichseln coloq.

dat lap jij hem niet (speel je niet klaar)

das kriegst du nie hin

dat lap jij hem niet (waag je niet)

untersteh dich!

iem erbij lappen (verraden)

jdn verpfeifen

iem iets lappen

jdm einen Streich spielen

dat lapt hij me geen tweede keer!

das macht er nicht noch einmal mit mir!

ramen lappen

Fenster putzen

tro·pisch [tropis] ADJ.

tropisch

tropisch

tropisch

Tropen-

de tropische geneeskunde

die Tropenmedizin

de tropische hitte

die Tropenhitze

de tropische hitte

die tropische Hitze

tropische ziekten

Tropenkrankheiten pl.

uto·pisch [ytopis] ADJ.

utopisch

utopisch

olym·pisch [olɪmpis] ADJ.

olympisch

olympisch

olympisch goud

olympische(s) Gold nt

de Olympische Spelen

die Olympischen Spiele

lap·sus <lapsus|sen, lapsus> [lɑpsʏs] SUST. m

lapsus

Versehen nt

lapsus form.

Lapsus m

lap·mid·del <lapmiddel|en> [lɑpmɪdəl] SUST. nt

lapmiddel

Behelf m

lapmiddel

Notbehelf m

allemaal maar lapmiddelen

alles nur Flickwerk

In·di·sche <Indische|n> [ɪndisə] SUST. f

Indische forma femenina de Indiër

Véase también: Indiër

In·diër <Indiër|s> [ɪndijər] SUST. m

Indiër

Inder m

Li·bi·sche <Libische|n> [libisə] SUST. f

Libische forma femenina de Libiër

Véase también: Libiër

Li·biër <Libiër|s> [libijər] SUST. m

Libiër

Libyer m

Sy·ri·sche <Syrische|n> [sirisə] SUST. f

Syrische forma femenina de Syriër

Véase también: Syriër

Sy·ri·ër <Syriër|s> [sirijər] SUST. m

Syriër

Syrer m

Syriër

Syrier m

Ara·bi·sche <Arabische|n> SUST. f

Arabische forma femenina de Arabier

Véase también: Arabier

Ara·bier <Arabier|en> [arabir] SUST. m

Arabier

Araber m

Bel·gi·sche <Belgische|n> [bɛlɣisə] SUST. f

Belgische forma femenina de Belg

Véase también: Belg

Belg <Belg|en> [bɛlx] SUST. m

Belg

Belgier m

Bos·ni·sche <Bosnische|n> [bɔsnisə] SUST. f

Bosnische forma femenina de Bosniër

Véase también: Bosniër

Bos·ni·ër <Bosniër|s> [bɔsniər] SUST. m

Bosniër

Bosnier m

Per·zi·sche <Perzische|n> [pɛrzisə] SUST. f

Perzische forma femenina de Pers

Véase también: Pers

Pers <Perzen> [pɛrs] SUST. m

Pers

Perser m

Ser·vi·sche <Servische|n> [sɛrvisə] SUST. f

Servische forma femenina de Serviër

Véase también: Serviër

Ser·vi·ër <Serviër|s> [sɛrvijər] SUST. m

Serviër

Serbe m