neerlandés » alemán

schla·ger <schlager|s> [ʃlaɡər] SUST. m

per·si·fla·ge <persiflage|s> [pɛrsiflaʒə] SUST. f

vor·ste·lijk <vorstelijke, vorstelijker, vorstelijkst> [vɔrstələk] ADJ.

voor·schip <voorschepen> [vorsxɪp] SUST. nt

voor·schoot <voor|schoten> [vorsxot] SUST. nt of m

door·scheu·ren1 <scheurde door, h. doorgescheurd> [dorsxørə(n)] V. trans. (stukscheuren)

door·schie·ten1 <doorschoot, h. doorschoten> [dorsxitə(n)] V. trans.

door·schui·ven1 <schoof door, i. doorgeschoven> [dorsxœyvə(n)] V. intr.

2. doorschuiven (naar een andere plaats, positie gaan):


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski