Traducciones de „präliminierend“ en el diccionario alemán » neerlandés

eli·mi·ˈnie·ren [-ˈniːrən] V. trans. elev.

eliminieren

elimineren

prä·do·mi·ˈnie·ren [prɛdomiˈniːrən] V. intr. elev.

prädominieren

predomineren

prädominieren

overheersen

la·mi·ˈnie·ren [lamiˈniːrən] V. trans.

laminieren

lamineren

ex·a·mi·ˈnie·ren [-ˈniːrən] V. trans.

1. examinieren ENS.:

examinieren

examineren

2. examinieren elev. (prüfend ausfragen):

examinieren

uithoren

examinieren

ondervragen

3. examinieren elev. (gründlich untersuchen):

examinieren

onderzoeken

examinieren

keuren

kul·mi·ˈnie·ren [kʊlmiˈniːrən] V. intr.

kulminieren

culmineren

kulminieren

zijn hoogtepunt bereiken

prä·mi·ˈie·ren [prɛmiˈiːrən] V. trans.

prämiieren

bekronen

prämiieren

een prijs toekennen aan

prak·ti·ˈzie·ren¹ [praktiˈ͜tsiːrən] V. intr. (in der Praxis ausüben)

praktizieren

praktiseren

praktizieren

praktijk uitoefenen

prä·lu·ˈdie·ren [prɛluˈdiːrən] V. intr. MÚS.

präludieren

preluderen

prä·de·sti·ˈnie·ren [prɛdɛstiˈniːrən] V. trans.

1. prädestinieren REL.:

prädestinieren

predestineren

prädestinieren

voorbeschikken

2. prädestinieren elev.:

prädestinieren

voorbestemmen

dis·kri·mi·ˈnie·ren [dɪskrimiˈniːrən] V. trans.

diskriminieren

discrimineren

do·mi·ˈnie·ren² [-ˈniːrən] V. trans.

dominieren

domineren

dominieren

beheersen

die politische Szene dominieren

het politieke gebeuren beheersen

no·mi·ˈnie·ren [nomiˈniːrən] V. trans.

1. nominieren:

nominieren

benoemen

nominieren

voordragen

2. nominieren DEP.:

nominieren

selecteren

prä·dis·po·ˈnie·ren [prɛdɪspoˈniːrən] V. trans.

prädisponieren

predisponeren

prädisponieren

voorbestemmen

gra·ˈvie·rend [graˈviːrənt] ADJ.

1. gravierend (belastend):

gravierend

belastend

gravierend

verzwarend

2. gravierend (ernsthaft):

gravierend

ernstig

gravierend

zwaarwegend

ter·mi·ˈnie·ren [tɛrmiˈniːrən] V. trans.

terminieren

een termijn bepalen [o. vaststellen] (voor)

terminieren

aan een termijn [o. tijdschema] binden

etw auf 10 Tage terminieren

voor iets een termijn van 10 dagen stellen

kon·ta·mi·ˈnie·ren [kɔntamiˈniːrən] V. trans.

1. kontaminieren:

kontaminieren BIOL., MED., MILIT.

(radioactief) besmetten

2. kontaminieren LING.:

kontaminieren

contamineren

un·ter·mi·ˈnie·ren [ʊntɐmiˈniːrən] V. trans.

unterminieren

ondermijnen ook fig.

de·ter·mi·ˈnie·ren [detɛrmiˈniːrən] V. trans.

determinieren

determineren

determinieren

bepalen

prä·ˈmie·ren [prɛˈmiːrən] V. trans.

prämieren → prämiieren

Véase también: prämiieren

prä·mi·ˈie·ren [prɛmiˈiːrən] V. trans.

prämiieren

bekronen

prämiieren

een prijs toekennen aan

li·ˈnie·ren, li·ˈni·ie·ren [liˈniːrən, -niˈiːrən] V. trans.

linieren

liniëren

linieren

(be)lijnen