Traducciones de „hinschwinden“ en el diccionario alemán » neerlandés

(Ir a neerlandés » alemán)

da·ˈhin·schwin·den V. intr. irreg.

1. dahinschwinden (weniger werden):

dahinschwinden

verdwijnen

dahinschwinden

afnemen

dahinschwinden

verminderen

dahinschwinden

slinken

2. dahinschwinden elev.:

dahinschwinden

wegkwijnen

3. dahinschwinden fig. elev. (vergehen):

dahinschwinden

voorbijgaan

dahinschwinden

vergaan

ˈhin·schei·den V. intr. irreg. elev.

hinscheiden

overlijden

hinscheiden

heengaan

ˈschwin·den <schwand, geschwunden> [ˈʃvɪndn̩] V. intr.

1. schwinden elev. (abnehmen):

schwinden

verminderen

schwinden

afnemen

schwinden

achteruitgaan

schwinden

slinken

im Schwinden begriffen sein

aan het tanen zijn

im Schwinden begriffen sein

afnemen

das schwindende Interesse der Fans

de tanende [o. dalende] belangstelling van de fans

mir schwand der Mut

de moed zakte in mijn schoenen

2. schwinden elev. (vergehen):

schwinden

verdwijnen

schwinden

wegvallen

schwinden

wijken

meine Hoffnung ist geschwunden

mijn hoop is vervlogen

3. schwinden espec. (schrumpfen):

schwinden

krimpen

ent·ˈschwin·den [ɛntˈʃvɪndn̩] V. intr.

1. entschwinden elev. (verschwinden):

entschwinden

verdwijnen

2. entschwinden elev. (rasch vergehen):

entschwinden

vervliegen

entschwinden

vergaan

ver·ˈschwin·den V. intr. irreg.

1. verschwinden (sich davonmachen, sich auflösen):

verschwinden

verdwijnen

eine verschwindende Minderheit

een uiterst kleine [o. minimale] minderheid

sie verschwindet neben ihm

ze verzinkt bij hem in 't niet

2. verschwinden coloq. (nicht mehr da sein):

Geld verschwinden lassen

geld verduisteren

ˈhin·schi·cken V. trans.

hinschicken

toesturen

hinschicken

erheen zenden [o. sturen]

ˈan·schwin·deln V. trans. coloq.

anschwindeln

beliegen