Traducciones de „anspritzend“ en el diccionario alemán » neerlandés

(Ir a neerlandés » alemán)

ˈan·spit·zen V. trans.

1. anspitzen (spitz machen):

anspitzen

aanpunten

2. anspitzen coloq. fig. (antreiben):

anspitzen

aansporen

ˈan·sprin·gen¹ V. intr.

1. anspringen (aufspringen):

anspringen

aanspringen

anspringen

opspringen

2. anspringen (starten):

anspringen

aanslaan

anspringen

op gang komen

anspringen

starten

der Motor springt an

de motor slaat aan

3. anspringen coloq. (eingehen, reagieren):

anspringen

ingaan

(nicht) auf ein Angebot anspringen

(niet) op een aanbod ingaan

ˈan·spre·chend [ˈanʃprɛçn̩t] ADJ.

ansprechend

bevallig

etw ansprechend gestalten

iets een aantrekkelijke vorm geven

ˈein·sprit·zen V. trans.

1. einspritzen AUTO. TRÁF.:

einspritzen

invochten

2. einspritzen MED.:

einspritzen

inspuiten

3. einspritzen TÉC.:

einspritzen

injecteren

einspritzen

inspuiten

ˈsprit·zen² [ˈʃprɪ͜tsn̩] V. trans.

1. spritzen (injizieren):

spritzen

spuiten

spritzen a. MED.

inspuiten

spritzen a. MED.

injecteren

2. spritzen (in Tropfen):

spritzen

(be)sproeien

spritzen

(be)sprenkelen

3. spritzen (im Strahl verteilen):

spritzen

spatten

4. spritzen coloq. (bewässern):

spritzen

nat spuiten

spritzen

bespatten

spritzen

bespuiten

5. spritzen AGR. (mit Bekämpfungsmittel besprühen):

spritzen

(be)spuiten

gespritztes Obst

bespoten fruit

locuciones, giros idiomáticos:

gespritzter Apfelwein

appelwijn met mineraalwater

be·ˈsprit·zen V. trans.

bespritzen

bespuiten

bespritzen

besproeien