Traducciones de „abflanken“ en el diccionario alemán » neerlandés

(Ir a neerlandés » alemán)

ˈab·flau·en V. intr.

1. abflauen:

abflauen (schwächer werden)

luwen

abflauen (schwächer werden)

afflauwen

abflauen (sich legen, Wind)

gaan liggen

2. abflauen fig. (zurückgehen, abnehmen):

abflauen

verzwakken

abflauen

afnemen

ˈab·fla·chen³ V. v. refl. (flacher, weniger werden)

abflachen

vervlakken

abflachen

vlak worden

abflachen

verminderen

ˈab·dan·ken V. intr.

abdanken (auf den Thron verzichten)

aftreden

abdanken (zurücktreten)

ontslag nemen

ˈauf·tan·ken¹ V. trans.

1. auftanken:

auftanken

bijtanken

auftanken

tanken

2. auftanken fig.:

auftanken

opdoen

auftanken

verzamelen

auftanken

bijtanken

ˈab·flie·gen¹ V. intr. irreg.

abfliegen

afvliegen

abfliegen

wegvliegen

abfliegen

vertrekken

ˈab·flie·ßen V. intr. irreg.

abfließen (wegfließen)

wegvloeien

abfließen (sich entleeren)

afvloeien

abfließen (sich entleeren)

verloren gaan

be·ˈdan·ken¹ V. trans. regio.

bedanken

bedanken