neerlandés » alemán

veer·tig1 [fertəx] NUM.

veer·tig2 [fertəx] NUM.

Ejemplos de uso para veertig

veertig plus (van kaas)
Mindestfettgehalt 40 %
ik heb maat veertig
ich habe Größe vierzig
de jaren veertig
die Vierzigerjahre
voor in de veertig zijn
Anfang vierzig sein
om en bij de veertig
um die vierzig (herum)
een man van in de veertig
ein Mann in den Vierzigern
zij verdient veertig mille per jaar
sie verdient vierzig Mille im Jahr coloq.
een nieuwkomer in de top veertig
ein Newcomer unter den ersten vierzig
hij is vooraan in de veertig
er ist Anfang vierzig
een tekening op een schaal van een op veertig
eine Zeichnung im Maßstab eins zu vierzig

Consultar el diccionario

neerlandés

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Consultar los diccionarios
Los más populares