Traducciones de „teamsport“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

trans·port <transport|en> [trɑnspɔrt] SUST. nt

1. transport (vervoer):

transport

Transport m

transport

Beförderung f

op transport stellen

verschicken

het transport over de weg/per spoor/door de lucht

der Transport auf der Straße/mit der Bahn/auf dem Luftweg

2. transport (keer dat vervoer plaats heeft):

transport

Transport m

transport van gevangenen

Gefangenentransport

3. transport (boekhouden):

transport

Übertrag m

4. transport jur.:

transport

Übertragung f

5. transport (lading):

transport

Transport m

een transport levensmiddelen

ein Transport mit Lebensmitteln

6. transport (kosten van vervoer):

transport

Transportkosten pl.

team·work [timwʏːrk] SUST. nt geen pl.

teamwork

Teamwork nt

teamwork

Teamarbeit f

zwem·sport [zwɛmspɔrt] SUST. f geen pl.

zwemsport

Schwimmsport m

ren·sport [rɛnspɔrt] SUST. f geen pl.

rensport

Rennsport m

top·sport [tɔpspɔrt] SUST. f geen pl.

topsport

Spitzensport m

topsport

Hochleistungssport m

baan·sport <baansport|en> [banspɔrt] SUST. f (wielersport)

baansport

Bahnrennen nt

berg·sport [bɛrxspɔrt] SUST. f geen pl.

bergsport

Bergsport m

bergsport

Alpinistik f form.

zaal·sport <zaalsport|en> [zalspɔrt] SUST. f

zaalsport

Hallensport m

zeil·sport [zɛilspɔrt] SUST. f geen pl.

zeilsport

Segelsport m

team·werk SUST. nt

teamwerk → teamwork

Véase también: teamwork

team·work [timwʏːrk] SUST. nt geen pl.

teamwork

Teamwork nt

teamwork

Teamarbeit f

team·geest [timɣest] SUST. m geen pl.

teamgeest

Teamgeist m

teamgeest DEP.

Mannschaftsgeist m

rij·sport [rɛispɔrt] SUST. f geen pl.

rijsport

Reitsport m

roei·sport [rujspɔrt] SUST. f geen pl.

roeisport

Rudersport m