Traducciones de „taalgevoelig“ en el diccionario neerlandés » alemán

taal·ge·voel [talɣəvul] SUST. nt geen pl.

taalgevoel

Sprachgefühl nt

een goed taalgevoel hebben

ein gutes Sprachgefühl haben

ge·voe·lig <gevoelige, gevoeliger, gevoeligst> [ɣəvuləx] ADJ.

1. gevoelig:

gevoelig (reagerend op indrukken, gewaarwordingen)

empfindlich gegen

gevoelig (ontvankelijk)

empfänglich für

gevoelig (vatbaar)

anfällig für

die plek is gevoelig

diese Stelle ist empfindlich

gevoelig voor koude/pijn

kälte-/schmerzempfindlich

2. gevoelig:

gevoelig (fijngevoelig)

sensibel

gevoelig (fijngevoelig)

feinfühlig

gevoelig (overdreven gevoelig)

empfindsam

gevoelig (gevoel uitdrukkend)

gefühlvoll

dat ligt erg gevoelig bij hem

da ist er sehr empfindlich

dat ligt politiek gezien erg gevoelig

das ist ein politisch sensibles Thema

een gevoelig mens

ein sensibler Mensch

hij is zeer gevoelig voor kritiek

er kann Kritik nur sehr schlecht vertragen

3. gevoelig:

gevoelig (duidelijk voelbaar)

empfindlich

gevoelig (aanzienlijk)

erheblich

gevoelig (aanzienlijk)

spürbar

dat doet gevoelig pijn

das tut sehr weh

een gevoelige kou

eine empfindliche Kälte

een gevoelige nederlaag

eine empfindliche Niederlage

4. gevoelig foto. (lichtgevoelig):

gevoelig

(licht)empfindlich

5. gevoelig (instrumenten):

gevoelig

empfindlich

on·ge·voe·lig [ɔŋɣəvuləx] ADJ.

1. ongevoelig (zenuwen):

ongevoelig

unempfindlich

ongevoelig voor pijn

unempfindlich gegen Schmerzen

hij is ongevoelig voor penicilline

er ist immun gegen Penizillin

2. ongevoelig (onaangedaan: niet te raken):

ongevoelig

unempfindlich

3. ongevoelig (onaangedaan: niet ontvankelijk):

ongevoelig

unempfänglich

ongevoelig voor vleierijen

unempfänglich für Schmeicheleien

ongevoelig voor vleierijen

immun gegen Schmeicheleien

ongevoelig voor beledigingen

unempfindlich gegen Beleidigungen

hit·ge·voe·lig [hɪtxəvuləx] ADJ.

hitgevoelig

hitverdächtig

fijn·ge·voe·lig <fijngevoelige, fijngevoeliger, fijngevoeligst> [fɛiŋɣəvuləx] ADJ.

fijngevoelig

feinfühlig

fijngevoelig

zartfühlend

over·ge·voe·lig [ovərɣəvuləx] ADJ.

overgevoelig

überempfindlich

overgevoelig (sentimenteel)

überaus empfindsam

overgevoelig (sentimenteel)

übersensibel

in·braak·ge·voe·lig [ɪmbrakxəvuləx] ADJ.

inbraakgevoelig

einbruch(s)gefährdet

hy·per·ge·voe·lig [hipərɣəvuləx] ADJ.

hypergevoelig

überempfindlich

licht·ge·voe·lig [lɪxtxəvuləx] ADJ.

lichtgevoelig

lichtempfindlich

taal·ge·bruik [talɣəbrœyk] SUST. nt geen pl.

taalgebruik

Sprachgebrauch m

taalgebruik

Sprachverwendung f

taalgebruik (wijze van taalgebruik)

Ausdrucksweise f

een grof taalgebruik

eine derbe Ausdrucksweise

verkeerd taalgebruik

falsche(r) Sprachgebrauch m