Traducciones de „sverdrag“ en el diccionario neerlandés » alemán

ver·drag <verdrag|en> [vərdrɑx] SUST. nt

verdrag

Vertrag m

verdrag (tussen staten ook)

Abkommen nt

het verdrag van Versailles

der Versailler Vertrag

over·dra·gen <droeg over, h. overgedragen> [ovərdraɣə(n)] V. trans.

1. overdragen (overbrengen):

overdragen

tragen

2. overdragen:

overdragen (doen overgaan)

übertragen

overdragen (eigendom, ook)

übereignen

3. overdragen (overboeken):

overdragen

umbuchen

4. overdragen (overgeven):

overdragen

übertragen

overdragen

übergeben

zijn ambt overdragen

sein Amt übergeben [o. abtreten]

ver·dra·gen <verdroeg, h. verdragen> [vərdraɣə(n)] V. trans.

1. verdragen:

verdragen (verduren)

ertragen

verdragen (bestand zijn)

vertragen

je moet elkaar verdragen

ihr müsst euch vertragen [o. miteinander auskommen]

een gedachte niet verdragen

einen Gedanken nicht ertragen

kou en hitte kunnen verdragen

Kälte und Hitze vertragen können

2. verdragen (uithouden):

verdragen

ertragen

verdragen

aushalten

verdragen

vertragen

3. verdragen (gebruiken zonder er last van te hebben):

verdragen

vertragen

een goed te verdragen medicament

ein gut verträgliches Medikament

koolraap verdraag ik niet

ich vertrage keine Kohlrüben

vre·des·ver·drag <vredesverdrag|en> [vredəsfərdrɑx] SUST. nt

vredesverdrag

Friedensvertrag m

dier·ge·drag <diergedrag|en> [dirɣədrɑx] SUST. nt

diergedrag

tierische(s) Verhalten nt

over·dracht <overdracht|en> [ovərdrɑxt] SUST. f

1. overdracht:

overdracht (het overdragen)

Übertragung f

overdracht (het overdragen)

Übergabe f

overdracht (van eigendom)

Übereignung f

2. overdracht (taalgebruik):

overdracht

Übertragung f

to·ver·drank <toverdrank|en> [tovərdrɑŋk] SUST. m

toverdrank

Zaubertrank m

han·dels·ver·drag <handelsverdrag|en> [hɑndəlsfərdrɑx] SUST. nt

handelsverdrag

Handelsvertrag m

handelsverdrag

Handelsabkommen nt