neerlandés » alemán

sto·ven1 V.

stoven 3. pers. pl. imperf. van stuiven¹, stuiven²

Véase también: stuiven , stuiven

stui·ven2 <stoof, h. gestoven> [stœyvə(n)] V. v. impers. ww (in deeltjes opvliegen)

stui·ven1 <stoof, h./i. gestoven> [stœyvə(n)] V. intr.

3. stuiven (stof opjagen):

sto·ven2 <stoofde, h./i. gestoofd> [stovə(n)] V. intr.

1. stoven (gaar worden):

stoven

sto·ven3 <stoofde, h. gestoofd> [stovə(n)] V. trans.

1. stoven (gaar laten worden):

stoven
stoven
stoven
groente stoven in wat boter

2. stoven (zacht verwarmen: groente, fruit):

stoven
stoven

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski