Traducciones de „gekaapte“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

ge·kant [ɣəkɑnt] ADJ.

tegen iets gekant zijn

gegen etw acus. sein

ge·knipt [ɣəknɪpt] ADJ.

ergens voor geknipt zijn form.

für etw acus. wie geschaffen sein

ge·kar·teld [ɣəkɑrtəlt] ADJ.

gekarteld (bladeren)

gekerbt

gekarteld (munten)

gerändelt

gekarteld (mes)

mit Wellenschliff (versehen)

gekarteld (mes)

wellig geschliffen

ge·klet·ter [ɣəklɛtər] SUST. nt geen pl.

gekletter (wapens)

Klirren nt

gekletter (wapens)

Geklirre nt coloq.

gekletter (regen)

Prasseln nt

ge·kan·ker [ɣəkɑŋkər] SUST. nt geen pl.

gekanker

Genörgel nt coloq.

gekanker

Gemecker nt coloq.

slap·te [slɑptə] SUST. f geen pl.

1. slapte (krachteloosheid):

slapte

Mattigkeit f

slapte

Schlappheit f

slapte

Schwäche f

de aanval van slapte

der Schwächeanfall

2. slapte (zachtheid):

slapte

Schlappheit f

slapte

Schlaffheit f

3. slapte (geringheid van omzet):

slapte

Flaute f

slapte aan de beurs

Flaute an der Börse

4. slapte (geringe concentratie):

de slapte van dit drankje

die Gehaltlosigkeit dieses Getränks

ge·kras [ɣəkrɑs] SUST. nt geen pl.

1. gekras (op papier, instrument):

gekras

Kratzen nt

gekras

Gekratze nt coloq.

2. gekras (vogels):

gekras

Krächzen nt

ge·klaag [ɣəklax] SUST. nt geen pl.

1. geklaag (gejammer):

geklaag

Gejammer nt coloq.

geklaag

Jammern nt

2. geklaag:

geklaag (het klachten uiten)

Klagen nt

geklaag (gemopper)

Gemecker nt coloq.

ge·klets [ɣəklɛts] SUST. nt geen pl.

1. geklets (geleuter):

geklets

Geschwätz nt coloq.

geklets

Gefasel nt coloq.

geklets

Gequatsche nt coloq.

2. geklets:

geklets (kletsend geluid maken)

Klatschen nt

geklets (van zweep)

Knallen nt

ge·knars [ɣəknɑrs] SUST. nt geen pl.

geknars (tanden)

Knirschen nt

geknars (scharnier)

Kreischen nt

ge·kocht V.

gekocht volt. deelw. van kopen

Véase también: kopen

ko·pen <kocht, h. gekocht> [kopə(n)] V. trans.

kopen

kaufen

bij/van iem kopen

bei/von jdm kaufen

wat koop ik ervoor? fig.

was habe ich davon?

gekochte moordenaars

gekaufte [o. gedungene] Mörder pl.

iems stilzwijgen kopen

sich dat. jds Stillschweigen erkaufen

een treinkaartje kopen

eine Fahrkarte lösen

voor 50 euro waren kopen

für 50 Euro Waren kaufen

zich in een firma kopen

sich in eine Firma einkaufen

ge·kuist [ɣəkœyst] ADJ.

gekuist (taal, stijl)

gewählt

gekuist (smaak)

fein