Traducciones de „elender“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

een·der¹ [endər] ADJ. (de-, hetzelfde)

eender

gleich

dat is eender

das ist gleich

dat is mij eender

das ist mir einerlei [o. gleich]

el·len·de [ɛlɛndə] SUST. f geen pl.

1. ellende (rampzalige toestand, ervaring):

ellende

Elend nt

van pure ellende

aus purer Not

het (toon)beeld van ellende

das Bild des Elends [o. Jammers]

van ellende huilen (verdriet)

vor Kummer weinen

van ellende huilen (wanhoop)

vor Verzweiflung weinen

2. ellende:

ellende (narigheid: innerlijk)

Ärger m

ellende (narigheid: uiterlijk)

Schlamassel m

dat geeft alleen maar (een hoop) ellende

das bringt nur (einen Haufen) Ärger

de ellende is, dat …

das Schlimme ist, dass …

het hoopje ellende

das Häufchen Elend

zen·der <zender|s> [zɛndər] SUST. m

zender

Sender m

iets op alle zenders uitzenden

etw über alle Sender ausstrahlen

een geheime zender

ein Geheimsender

ten·der¹ <tender|s> [tɛndər] SUST. m econ.

tender (offerte bij staatslening)

Tenderverfahren nt

ein·der <einder|s> [ɛindər] SUST. m

einder

Horizont m

blun·der <blunder|s> [blʏndər] SUST. m

blunder

Bock m

blunder

Schnitzer m coloq.

een blunder begaan

einen Bock schießen