Traducciones de „Narretei“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

kar·re·tje <karretje|s> [kɑrəcə] SUST. nt

1. karretje:

karretje

Karre f

karretje

Karren m

karretje (boodschappenwagentje)

Einkaufswagen m

zich voor iems karretje laten spannen

sich vor jds Karren acus. spannen lassen

2. karretje (fiets):

karretje

Rad nt

karretje

Drahtesel m hum.

na·roe·pen <riep na, h. nageroepen> [narupə(n)] V. trans.

naroepen

nachrufen

war·re·len <warrelde, h. gewarreld> [wɑrələ(n)] V. intr.

warrelen

wirbeln

warrelen (gedachten)

schwirren

na·re·ke·nen <rekende na, h. nagerekend> [narekənə(n)] V. trans.

narekenen

nachrechnen

dat kun je op je vingers narekenen

das kannst du dir an (den) fünf Fingern abzählen

na·rig·heid <narig|heden> [narəxhɛit] SUST. f

narigheid

Ärger m

narigheid

Unannehmlichkeit f meist pl.

daar komt narigheid van

das gibt Ärger

nar·rig <narrige, narriger, narrigst> [nɑrəx] ADJ.

narrig

mürrisch

nar·co·se [nɑrkozə] SUST. f geen pl.

narcose

Narkose f

iem onder narcose brengen

jdn in Narkose acus. versetzen

na·rij·den <reed na, h./i. nagereden> [narɛidə(n)] V. trans.

narijden

nachfahren +dat.

narijden (paard)

nachreiten +dat.

pas·tei <pastei|en> [pɑstɛi] SUST. f

pastei

Pastete f

war·re·lig [wɑrələx] ADJ.

warrelig

wirr

door·eten <at door, h. doorgegeten> [doretə(n)] V. intr.

1. dooreten (doorgaan):

dooreten

weiteressen

2. dooreten (haasten):

dooreten

eilig essen

in·vre·ten¹ <vrat in, h. ingevreten> [ɪnvretə(n)] V. trans. (door zijn inwerking verteren)

invreten

angreifen

invreten

anfressen

ingevreten ijzerwerk

(vom Rost) angefressene(s) Eisen nt

op·vre·ten¹ <vrat op, h. opgevreten> [ɔpfretə(n)] V. trans. (opeten)

opvreten

auffressen

opgevreten worden van de zenuwen fig.

am Rad drehen