Traducciones de „Chefin“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

chef·fin <cheffin|nen> [ʃɛfɪn] SUST. f

cheffin forma femenina de chef

Véase también: chef

chef <chef|s> [ʃɛf] SUST. m

1. chef:

chef (baas)

Chef m

chef (leider)

Leiter m

chef (hoofd)

Vorsteher m

chef van een afdeling

Abteilungsleiter m

de chef van een zaak (eigenaar)

der Geschäftsinhaber

de chef van een zaak (bestuurder)

der Geschäftsführer

chef de bureau

Bürovorsteher m

chef de mission

Delegationsleiter

de chef de clinique

der Chefarzt

chef de réception

Empfangschef m

2. chef (hoofd(-)):

chef

Chef-

che·mie [xemi] SUST. f geen pl.

chemie

Chemie f

de chemie tussen hen ontbrak fig.

die Chemie zwischen ihnen stimmte nicht

chef <chef|s> [ʃɛf] SUST. m

1. chef:

chef (baas)

Chef m

chef (leider)

Leiter m

chef (hoofd)

Vorsteher m

chef van een afdeling

Abteilungsleiter m

de chef van een zaak (eigenaar)

der Geschäftsinhaber

de chef van een zaak (bestuurder)

der Geschäftsführer

chef de bureau

Bürovorsteher m

chef de mission

Delegationsleiter

de chef de clinique

der Chefarzt

chef de réception

Empfangschef m

2. chef (hoofd(-)):

chef

Chef-

chec·ken <checkte, h. gecheckt> [tʃɛkə(n)] V. trans.

checken

kontrollieren

checken

nachprüfen

checken techn.

checken

che·vron <chevron|s> [ʃəvrɔn] SUST. m

chevron

Chevron m form.

chevron

Dienstgradabzeichen nt

hef·fing <heffing|en> [hɛfɪŋ] SUST. f

1. heffing (het vorderen):

heffing

Erhebung f

2. heffing:

heffing (gevorderd bedrag)

Abgabe f

heffing (belasting, accijns)

Steuer f

heffing (tol)

Zoll m

buitengewone heffing

Sonderabgabe f

che·mo <chemo|'s> [xemo] SUST. f

chemo

Chemo f

cheers [tʃiːrs] INTERJ.

cheers!

prost!

cheque <cheque|s> [ʃɛk] SUST. m

cheque

Scheck m

cheque aan order

Orderscheck m

cheque aan toonder

Inhaberscheck m

een blanco cheque fig.

eine Blankovollmacht

met een [o. per ] cheque betalen

mit Scheck bezahlen

een cheque van € 1000

ein Scheck über 1000 €

en·fin [ɑ̃fɛ̃] INTERJ.

1. enfin (kortom):

enfin

kurz

enfin

kurzum

enfin

kurz und gut

enfin

kurz gesagt

2. enfin (afijn):

enfin

nun ja

enfin

na ja

enfin, het is nu eenmaal gebeurd

nun ja, es ist nun einmal passiert

mof·fin SUST. f

moffin forma femenina de mof¹

Véase también: mof , mof

mof² <mof|fen> [mɔf] SUST. f

1. mof (koker van bontwerk):

mof

Muff m

2. mof (losse mouw):

mof

Pulswärmer m

3. mof (ring voor verbinding van buizen):

mof

Muffe f

mof¹ <mof|fen> [mɔf] SUST. m (scheldnaam)

mof

Teutone m

che·mi·cus <che|mici> [xemikʏs] SUST. m

chemicus

Chemiker m

che·misch [xemis] ADJ.

chemisch

chemisch

chemische industrie

chemische Industrie f

che·nil·le <chenille|s> [ʃənijə] SUST. nt

chenille

Chenille f

chic¹ [ʃik] SUST. m geen pl.

1. chic (modieuze verfijning):

chic

Schick m

2. chic:

chic (mensen)

Schickeria f

chic (beroemdheden)

Prominenz f

chi·li [ʃili] SUST. m geen pl.

1. chili plantk.:

chili

Chili m

2. chili (poeder):

chili

Cayennepfeffer m

3. chili (saus):

chili

Chilisoße f