Traducciones de „eindige“ en el diccionario alemán » neerlandés

(Ir a neerlandés » alemán)

ˈei·ni·gen¹ [ˈ͜ainɪgn̩] V. trans.

1. einigen (einen):

einigen

één maken

einigen

verenigen

2. einigen (versöhnen):

einigen

verzoenen

ˈdei·ni·ge [ˈd͜ainɪgə] PRON. pos. elev.

deinige

(de [o. het] ) jouwe [o. uwe]

deinige

(die [o. dat] ) van jou [o. u]

ˈsei·ni·ge [ˈz͜ainɪgə] PRON. pos. veraltet elev.

der [o. die ] [o. das ]Seinige [o. seinige]

de [o. het] zijne

die Seinigen [o. seinigen]

de zijnen

ˈmei·ni·ge [ˈm͜ainɪgə] PRON. pos. elev.

meinige

de [o. het] mijne

ich habe das meinige/Meinige dazu beigetragen

ik heb het mijne eraan bijgedragen

ˈei·nig [ˈ͜ainɪç] ADJ.

1. einig (einer Meinung):

einig

eensgezind

einig

eens

(sich dat.) in etw [o. über etw] einig sein

't (met elkaar) over iets eens zijn

die beiden sind sich einig coloq.

die twee zijn het samen eens

2. einig (geeint):

einig

verenigd

einig

ondeelbaar

ˈein·zig¹ [ˈ͜ain͜tsɪç] ADJ.

1. einzig (alleinige):

einzig

enig

das einzige Kind

het enig kind

eine einzige Ruine

één grote ruïne

2. einzig (einzigartig):

einzig

uniek

einzig

enig in zijn soort

ˈEin·la·ge <Einlage, Einlagen> SUST. f

1. Einlage (Beilage):

Einlage

bijgevoegd stuk nt

Einlage

bijlage

2. Einlage (Einlegearbeit):

Einlage

inlegwerk nt

3. Einlage (Schuheinlage):

Einlage

steunzool

4. Einlage TEAT.:

Einlage

ingevoegd nummer nt

Einlage

intermezzo nt

5. Einlage FIN. (eingezahltes Geld):

Einlage

ingelegd geld nt

Einlage

inleg

6. Einlage (Kleidung):

Einlage

tussenvoering

Einlage

inleg

7. Einlage GASTR. (Gemüse etc. in Suppen):

Einlage

(min of meer) vast ingrediënt nt

8. Einlage MED. (provisorische Zahnfüllung):

Einlage

provisorische vulling

ˈein·ei·ig [ˈ͜ainʔ͜aiɪç] ADJ. BIOL.

eineiig

eeneiig

ˈeins·tig [ˈ͜ainstɪç] ADJ.

einstig

vroeger

einstig

van toen

einstig

weleer