Traducciones de „durchtasten“ en el diccionario alemán » neerlandés

ˈdurch·star·ten V. intr.

1. durchstarten:

durchstarten

doorstarten

2. durchstarten:

durchstarten

flink gas geven

durch·ˈtan·zen³ V. trans.

durchtanzen

dansend doorbrengen

ˈdurch·tre·ten¹ V. intr. irreg.

1. durchtreten (durchströmen):

durchtreten

naar buiten dringen [o. stromen]

durch die Wand war Strahlung durchgetreten

door de wand was straling gedrongen

2. durchtreten (aufrücken):

durchtreten

doorlopen

durchtreten

opschuiven

ˈdurch·hal·ten² V. trans. irreg. (aushalten)

durchhalten

volhouden

durchhalten

niet opgeven

ˈdurch·bra·ten¹ V. intr. irreg.

durchbraten

goed gaar worden

durch·ˈlüf·ten V. trans.

durchlüften

ventileren

durchlüften

(goed) luchten

ˈdurch·blu·ten¹ V. intr.

durchbluten

erdoor bloeden

durchbluten

met bloed doordrongen worden

durch·ˈträn·ken [-ˈtrɛŋkn̩] V. trans.

durchtränken

doordrenken

durch·ˈtrie·ben [dʊrçˈtriːbn̩] ADJ. pey.

durchtrieben

geslepen

durchtrieben

doortrapt

durchtrieben

sluw

ˈdurch·ste·chen¹ V. intr. irreg.

durchstechen

erdoor steken

durch·ste·hen V. trans. irreg.

1. durchstehen (ertragen):

durchstehen

doorstaan

durchstehen

doormaken

Schwierigkeiten durchstehen

moeilijkheden te boven komen

2. durchstehen DEP. (standhalten):

durchstehen

niet vallen

ˈdurch·leuch·ten¹ V. trans.

durchleuchten

erdoor schijnen

durchleuchten

schijnen door

ˈdurch·ar·bei·ten¹ V. intr.

durcharbeiten

(ononderbroken) doorwerken