neerlandés » alemán

Traducciones de „Spatzen“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

Mostrar un resumen de todos los resultados

spat·ten: verbo
spa·tel: sustantivo
spa·ren: verbo
span·nen: verbo
spal·ken: verbo
spam·men: verbo

Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: spatten , spammen , spalken , spannen , sparen y/e spatel

spat·ten² <spatte, i. gespat> [spɑtə(n)] V. intr.

spatten (vonken, vuur)

uit elkaar spatten

spa·tel <spatel|s> [spatəl] SUST. f

1. spatel (spaan):

Spatel m

2. spatel (strijkmes):

Spatel m

spa·ren <spaarde, h. gespaard> [sparə(n)] V. trans.

1. sparen (bewaren):

zij heeft honderd euro gespaard

sie hat hundert Euro gespart

sparen voor de oude dag

für sein [o. das] Alter sparen

2. sparen:

sparen (zuinig zijn met)

sparen (ontzien)

zijn krachten sparen

seine Kräfte schonen

de kritiek werd haar niet gespaard

die Kritik wurde ihr nicht erspart

3. sparen (be-, uitsparen):

kosten noch moeite sparen om …

weder Kosten noch Mühe scheuen, um …

spaar uw moeite

sparen Sie sich dat. die Mühe

iets uit zijn mond sparen

sich dat. etw vom Mund absparen

4. sparen (verzamelen):

postzegels sparen

Briefmarken sammeln

5. sparen (niet doden):

de dood spaart niemand

der Tod verschont niemanden

span·nen² <spande, h. gespannen> [spɑnə(n)] V. trans.

1. spannen:

spannen (strak trekken)

spannen (aantrekken)

spannen (aantrekken)

een snaar spannen

eine Saite spannen

zijn spieren spannen

seine Muskeln spannen

2. spannen (uitrekken):

een boog spannen

einen Bogen spannen

3. spannen (de volle kracht in werking stellen):

met gespannen aandacht luisteren

mit gespannter Aufmerksamkeit zuhören

4. spannen (door strak (uit)zetten vormen):

een dak [o. kap ] spannen

einen Dachstuhl (auf)richten

5. spannen (vastmaken):

spal·ken¹ <spalkte, h. gespalkt> [spɑlkə(n)] V. trans.

1. spalken med.:

een gebroken been spalken

ein gebrochenes Bein schienen

2. spalken (openhouden):

spam·men <spamde, h. gespamd> [spɛmə(n)] V. intr.

Consultar el diccionario

neerlandés

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski