Traducciones de „wiesenhang“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

sa·men·hang [samə(n)hɑŋ] SUST. m geen pl.

samenhang

Zusammenhang m

samenhang

Kontext m form.

de samenhang van de gebeurtenissen

der Zusammenhang der Ereignisse

uit de samenhang opmaken

aus dem Kontext erschließen

een verhaal zonder samenhang

eine zusammenhanglose Geschichte

kle·ren·han·ger SUST. m

klerenhanger → kleerhanger

Véase también: kleerhanger

kleer·han·ger <kleerhanger|s> [klerhɑŋər] SUST. m (knaapje)

kleerhanger

Kleiderbügel m

te·gen·han·ger <tegenhanger|s> [teɣə(n)hɑŋər] SUST. m

tegenhanger

Gegenstück nt

tegenhanger

Gegenteil nt

ze zijn elkaars tegenhanger(s)

der eine ist das Gegenteil vom anderen

ei·gen·han·dig [ɛiɣə(n)hɑndəx] ADJ.

eigenhandig

eigenhändig

eigenhandig

selbst

eigenhandig geschreven

handgeschrieben

tus·sen·han·del [tʏsə(n)hɑndəl] SUST. m geen pl.

tussenhandel

Zwischenhandel m

aan·een·han·gen <hing aaneen, h. aaneengehangen> [anenhɑŋə(n)] V. intr.

aaneenhangen

zusammenhängen

dat hangt aaneen als droog zand

das hat überhaupt keinen Zusammenhang

hij hangt van leugens aaneen

er lügt wie gedruckt

os·sen·haas <ossen|hazen> [ɔsə(n)has] SUST. m

ossenhaas

Rinderfilet nt

ossenhaas

Rinderlende f

bo·ven·hand [bovə(n)hɑnt] SUST. f geen pl.

de bovenhand krijgen

die Oberhand gewinnen

ras·sen·haat [rɑsə(n)hat] SUST. m geen pl.

rassenhaat

Rassenhass m

aan·hang [anhɑŋ] SUST. m geen pl.

aanhang

Anhang m

aanhang

Anhängerschaft f