Traducciones de „verpanschen“ en el diccionario neerlandés » alemán

ver·pan·den <verpandde, h. verpand> [vərpɑndə(n)] V. trans.

verpanden

verpfänden

zijn hart verpanden aan iets fig.

sich einer Sache dat. ganz widmen

ver·pat·sen <verpatste, h. verpatst> [vərpɑtsə(n)] V. trans.

verpatsen

verscherbeln coloq.

verpatsen

verkloppen coloq.

ver·pach·ten <verpachtte, h. verpacht> [vərpɑxtə(n)] V. trans.

verpachten

verpachten

(aan) iem landerijen verpachten

jdm Land verpachten

ver·pak·ken <verpakte, h. verpakt> [vərpɑkə(n)] V. trans.

verpakken

verpacken

verpakken (verkoop)

abpacken

kritiek in milde termen verpakken fig.

Kritik in milde Worte kleiden

verpakte melk

abgepackte Milch f

ver·pau·pe·ren <verpauperde, i. verpauperd> [vərpɑupərə(n)] V. intr.

verpauperen

verarmen

ver·pes·ten <verpestte, h. verpest> [vərpɛstə(n)] V. trans. fig.

verpesten

verderben

verpesten (geur) ook fig.

verpesten

mijn hele avond is verpest

für mich ist der ganze Abend verdorben

ik heb het bij haar verpest

ich habe es mit ihr verdorben

de lucht verpesten

die Luft verpesten

ver·plan·ten <verplantte, h. verplant> [vərplɑntə(n)] V. trans.

verplanten

verpflanzen

verplanten

umpflanzen

ver·plich·ten <verplichtte, h. verplicht> [vərplɪxtə(n)] V. trans.

1. verplichten:

verplichten (noodzaken)

verpflichten

verplichten (dwingen)

zwingen

hij verplichtte mij hem behulpzaam te zijn

er zwang mich, ihm behilflich zu sein

het rondkijken verplicht u tot niets

Sie können sich unverbindlich umsehen

2. verplichten (door dienst verbinden):

verplichten

verpflichten

verplichten

verbinden form.