neerlandés » alemán

Traducciones de „schooldag“ en el diccionario neerlandés » alemán (Ir a alemán » neerlandés)

Mostrar un resumen de todos los resultados

school·slag: sustantivo
school·tas: sustantivo
school·vak: sustantivo
school·bank: sustantivo
school·gaan: verbo
school·jaar: sustantivo
school·team: sustantivo
school·bus: sustantivo
school·boek: sustantivo
school·werk: sustantivo
school·arts: sustantivo
school·bord: sustantivo
school·kind: sustantivo
school·reis: sustantivo
school·stof: sustantivo
school·vrij: adjetivo y adverbio
school·ziek: adjetivo y adverbio
school·dokter: sustantivo

Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: schoolslag , schoolvak , schooltas , schoolteam , schooljaar , schoolgaan , schoolbank , schoolbus , schoolziek , schoolvrij , schoolstof , schoolreis , schoolkind , schoolbord , schoolarts , schoolwerk , schoolboek y/e schooldokter

school·slag [sxolslɑx] SUST. m geen pl.

Brustschwimmen nt

100 meter schoolslag

100 Meter Brust

school·tas <schooltas|sen> [sxoltɑs] SUST. f

schooltas (op de rug gedragen)

school·vak <schoolvak|ken> [sxolvɑk] SUST. nt

school·bank <schoolbank|en> [sxolbɑŋk] SUST. f

met iem in de schoolbanken gezeten hebben

mit jdm die (gleiche) Schulbank gedrückt haben

school·gaan <ging school, h. schoolgegaan> [sxolxan] V. intr.

zur Schule gehen

in die Schule gehen

die Schule besuchen

school·jaar <school|jaren> [sxoljar] SUST. nt

het eerste schooljaar over moeten doen

das erste Schuljahr wiederholen müssen

school·team <schoolteam|s> [sxoltiːm] SUST. nt

Schulmannschaft f

school·bus <schoolbus|sen> [sxolbʏs] SUST. f

school·boek <schoolboek|en> [sxolbuk] SUST. nt

Lehrbuch nt

school·werk [sxolwɛrək] SUST. nt geen pl.

1. schoolwerk (op school gemaakt werk(je)):

Schülerarbeit f

2. schoolwerk (huiswerk):

Schularbeiten pl.

Schulaufgaben pl.

Hausaufgaben pl.

school·arts <schoolarts|en> [sxolɑrts] SUST. m

school·bord <schoolbord|en> [sxolbɔrt] SUST. nt

Tafel f

school·kind <schoolkind|eren> [sxolkɪnt] SUST. nt

school·reis <school|reizen> [sxolrɛɪs] SUST. f

Schülerfahrt f

Klassenausflug m

school·stof [sxolstɔf] SUST. f geen pl.

Unterrichtsstoff m

school·vrij [sxolvrɛɪ] ADJ.

unterrichtsfrei

school·ziek [sxolzik] ADJ.

school·dokter SUST. m

schooldokter → schoolarts

Véase también: schoolarts

school·arts <schoolarts|en> [sxolɑrts] SUST. m

Consultar el diccionario

neerlandés

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski