neerlandés » alemán

ex·por·te·ren <exporteerde, h. geëxporteerd> [ɛkspɔrterə(n)] V. trans.

de·por·te·ren <deporteerde, h. gedeporteerd> [depɔrterə(n)] V. trans.

rap·por·te·ren <rapporteerde, h. gerapporteerd> [rɑpɔrterə(n)] V. trans.

1. rapporteren (melden):

3. rapporteren mil. (aanbrengen):

4. rapporteren (posten overbrengen: boekhouding):

ex·po·se·ren <exposeerde, h. geëxposeerd> [ɛkspozerə(n)] V. trans.

1. exposeren (tentoonstellen):

ex·po·ne·ren <exponeerde, h. geëxponeerd> [ɛksponerə(n)] V. trans.

im·por·te·ren <importeerde, h. geïmporteerd> [ɪmpɔrterə(n)] V. trans.

col·por·te·ren <colporteerde, h. gecolporteerd> [kɔlpɔrterə(n)] V. trans.

trans·por·te·ren <transporteerde, h. getransporteerd> [trɑnspɔrterə(n)] V. trans.

2. transporteren:

in·kwar·tie·ren <kwartierde in, h. ingekwartierd> [ɪŋkwɑrtirə(n)] V. trans.

ex·por·teur <exporteur|s> [ɛkspɔrtør] SUST. m

poei·e·ren V. trans.

poeieren → poederen

Véase también: poederen

poe·de·ren <poederde, h. gepoederd> [pudərə(n)] V. trans.

1. poederen (met poeder bestrooien):

2. poederen (met sneeuw inwrijven):


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski