Traducciones de „poort“ en el diccionario neerlandés » alemán

poort <poort|en> [port] SUST. f

1. poort:

poort (doorgang)

Tor nt

poort (kleiner)

Pforte f

de poorten sluiten fig.

die Pforten schließen

de poort tot succes fig.

das Tor zum Erfolg

2. poort comput.:

poort

Schnittstelle f

poort

Port m

USB-poort <USB-poort|en> [yɛzbeport] SUST. f

USB-poort

USB-Anschluss m

Ejemplos de uso para poort

de poort tot succes fig.

das Tor zum Erfolg

de poort doorlopen

durch das Tor gehen

de poort uitrijden

zum Tor hinausfahren

hij reed de poort door (te paard)

er ritt durch das Tor