Traducciones de „ontzaglijk“ en el diccionario neerlandés » alemán

ont·zag·lijk¹ [ɔntsɑxlək] ADJ.

1. ontzaglijk (ontzagwekkend):

ontzaglijk

Ehrfurcht gebietend

ontzaglijk

Respekt einflößend

2. ontzaglijk (indrukwekkend):

ontzaglijk

imponierend

ontzaglijk

eindrucksvoll

ontzaglijk

imposant

3. ontzaglijk (zeer groot):

ontzaglijk

ungeheuer

ontzaglijk

riesig

ontzaglijk

kolossal

de kinderen hadden een ontzaglijke pret ook coloq.

die Kinder hatten einen Riesenspaß

ont·zag·lijk² [ɔntsɑxlək] ADV. (in hoge mate)

ontzaglijk

ungeheuer

ontzaglijk

ungeheuerlich