neerlandés » alemán

Traducciones de „ongeraffineerde“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

Mostrar un resumen de todos los resultados

ge·raf·fi·neerd: adjetivo y adverbio
on·ge·ge·neerd: adjetivo y adverbio
ge·de·ti·neer·de: sustantivo
on·ge·fun·deerd: adjetivo y adverbio
on·ge·li·mi·teerd: adjetivo y adverbio
on·ge·mo·ti·veerd: adjetivo y adverbio
on·ge·or·ga·ni·seerd: adjetivo y adverbio
on·ge·hin·derd: adjetivo y adverbio
on·ge·ma·nierd: adjetivo y adverbio
on·ge·deerd: adjetivo y adverbio
on·ge·nu·an·ceerd: adjetivo y adverbio
on·ge·com·pli·ceerd: adjetivo y adverbio
on·ge·re·de: sustantivo
raf·fi·ne·ren: verbo
on·ge·dis·ci·pli·neerd: adjetivo y adverbio

Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: geraffineerd , ongemanierd , ongehinderd , ongeorganiseerd , ongemotiveerd , ongelimiteerd , ongefundeerd , gedetineerde , ongegeneerd , raffineren , ongerede , ongecompliceerd , ongenuanceerd , ongedeerd y/e ongedisciplineerd

ge·raf·fi·neerd <geraffineerde, geraffineerder, geraffineerdst> [ɣərɑfinert] ADJ.

1. geraffineerd (gezuiverd):

geraffineerd

2. geraffineerd:

geraffineerd (verfijnd)

geraffineerd (slim)

3. geraffineerd (doortrapt):

geraffineerd

geraffineerd

on·ge·ge·neerd <ongegeneerde, ongegeneerder, ongegeneerdst> [ɔŋɣəʒənert] ADJ. (zonder gêne)

ongegeneerd

ge·de·ti·neer·de <gedetineerde|n> [ɣədetinerdə] SUST. m en f

gedetineerde

gedetineerde

Inhaftierte(r) f(m)

on·ge·fun·deerd [ɔŋɣəfʏndert] ADJ.

ongefundeerd

on·ge·li·mi·teerd [ɔŋɣəlimitert] ADJ.

ongelimiteerd

on·ge·mo·ti·veerd [ɔŋɣəmotivert] ADJ.

1. ongemotiveerd (zonder een motivatie aan te geven):

ongemotiveerd

2. ongemotiveerd (ongeïnteresseerd):

ongemotiveerd

on·ge·or·ga·ni·seerd [ɔŋɣəɔrɣanizert] ADJ.

1. ongeorganiseerd (ongeordend):

ongeorganiseerd

2. ongeorganiseerd (niet bij een organisatie aangesloten):

ongeorganiseerd

nicht organisiert

on·ge·hin·derd [ɔŋɣəhɪndərt] ADJ.

ongehinderd

ongehinderd (niet lastiggevallen)

on·ge·ma·nierd <ongemanierde, ongemanierder, ongemanierdst> [ɔŋɣəmanirt] ADJ.

ongemanierd

ongemanierd

unmanierlich form.

ongemanierd (grof)

ongemanierd (van kinderen ook)

houding en toon waren plomp en ongemanierd

Haltung und Ton waren plump und ungehobelt

ongemanierd zijn

keine Manieren haben

on·ge·deerd [ɔŋɣədert] ADJ.

bij dat ongeluk is hij ongedeerd gebleven

bei dem Unfall ist er unversehrt geblieben

on·ge·nu·an·ceerd [ɔŋɣənywɑnsert] ADJ.

ongenuanceerd

nicht nuanciert

ongenuanceerd

undifferenziert

on·ge·com·pli·ceerd [ɔŋɣəkɔmplisert] ADJ.

ongecompliceerd

on·ge·re·de [ɔŋɣəredə] SUST. nt geen pl.

in het ongerede (ge)raken (kapot gaan)

in die Brüche gehen

in het ongerede (ge)raken (zoekraken)

in het ongerede (ge)raken (wanorde)

in Unordnung geraten

raf·fi·ne·ren <raffineerde, h. geraffineerd> [rɑfinerə(n)] V. trans.

on·ge·dis·ci·pli·neerd [ɔŋɣədisiplinert] ADJ.

ongedisciplineerd

undiszipliniert

Consultar el diccionario

neerlandés

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski