Traducciones de „lieferbare“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

lief·heb·ber <liefhebber|s> [lifhɛbər] SUST. m

liefhebber

Liebhaber m

liefhebber (gegadigde)

Interessent m

liefhebber coloq.

Fan m

een liefhebber van chocola

ein Freund von Schokolade

hij is een liefhebber van kunst

er ist ein Liebhaber der Künste

een liefhebber van tuinieren

ein Gartenfreund

lief·des·brief <liefdes|brieven> [livdəzbrif] SUST. m

liefdesbrief

Liebesbrief m

lief·heb·be·rij <liefhebberij|en> [lifhɛbərɛi] SUST. f

1. liefhebberij:

liefhebberij (hobby)

Hobby nt

liefhebberij (artistieke; wetenschappelijke)

Liebhaberei f

een dure liefhebberij

ein teures Hobby

een dure liefhebberij fig.

ein teurer Spaß

2. liefhebberij (lust):

liefhebberij

Liebhaberei f

liefhebberij

Vergnügen nt

uit [o. voor ] liefhebberij

aus Liebhaberei

uit [o. voor ] liefhebberij

zum Vergnügen

lief·des·af·fai·re <liefdesaffaire|s> [livdəsɑfɛːrə] SUST. f

liefdesaffaire

Liebesaffäre f

liefdesaffaire

Liebschaft f

liefdesaffaire coloq.

Verhältnis nt

lief·heb·ster SUST. f

liefhebster forma femenina de liefhebber

Véase también: liefhebber

lief·heb·ber <liefhebber|s> [lifhɛbər] SUST. m

liefhebber

Liebhaber m

liefhebber (gegadigde)

Interessent m

liefhebber coloq.

Fan m

een liefhebber van chocola

ein Freund von Schokolade

hij is een liefhebber van kunst

er ist ein Liebhaber der Künste

een liefhebber van tuinieren

ein Gartenfreund

lie·fe·lijk [lifələk] ADJ.

liefelijk

lieblich

liefelijk (bevallig)

anmutig

een liefelijke landstreek

eine liebliche Gegend

lief·de·rijk <liefderijke, liefderijker, liefderijkst> [livdərɛik] ADJ.

liefderijk

liebevoll

liefderijk

zärtlich

iem liefderijk verzorgen

jdn hegen und pflegen

iem liefderijk verzorgen

jdn liebevoll versorgen

lief·de·werk <liefdewerk|en> [livdəwɛrk] SUST. nt

liefdewerk

Liebeswerk nt

het is liefdewerk oud papier

≈ es ist ehrenamtlich

het is liefdewerk oud papier

≈ ein Ehrenamt

lief·heb·ben <had lief, h. liefgehad> [lifhɛbə(n)] V. trans.

liefhebben

lieben

liefhebben

lieb haben

kof·fer·bak <kofferbak|ken> [kɔfərbɑk] SUST. m

kofferbak

Kofferraum m