neerlandés » alemán
Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: aanvallend , aanwenden , nazenden , afzenden , afwenden , afwinden , afronden , afbinden , opvallend y/e inzenden

af·wen·den <wendde af, h. afgewend> [ɑfwɛndə(n)] V. trans.

af·zen·den <zond af, h. afgezonden> [ɑfsɛndə(n)] V. trans.

na·zen·den <zond na, h. nagezonden> [nazɛndə(n)] V. trans.

in·zen·den <zond in, h. ingezonden> [ɪnzɛndə(n)] V. trans.

1. inzenden (binnen een ruimte zenden):

op·val·lend [ɔpfɑlənt] ADJ.

af·bin·den <bond af, h. afgebonden> [ɑvbɪndə(n)] V. trans.

af·ron·den <rondde af, h. afgerond> [ɑfrɔndə(n)] V. trans.

1. afronden (rond-, afmaken):

af·win·den <wond af, h. afgewonden> [ɑfwɪndə(n)] V. trans.


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski