neerlandés » alemán

Traducciones de „afscheiden“ en el diccionario neerlandés » alemán (Ir a alemán » neerlandés)

af·schei·den <scheidde af, h. afgescheiden> [ɑfsxɛidə(n)] V. trans.

1. afscheiden (verwijderen):

afscheiden
afscheiden
de schapen van de bokken afscheiden
zich van de wereld afscheiden

2. afscheiden (ruimte, oppervlakte):

afscheiden

3. afscheiden (hars, melk, speeksel enz. produceren):

afscheiden

Ejemplos de uso para afscheiden

slijm afscheiden
etter afscheiden
zich van de wereld afscheiden
de schapen van de bokken afscheiden

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski