Traducciones de „verbeid“ en el diccionario alemán » neerlandés

(Ir a neerlandés » alemán)

ver·ˈbal [vɛrˈbaːl] ADJ.

1. verbal elev. (mithilfe von Worten):

verbal

verbaal

verbal

mondeling

2. verbal LING.:

verbal

verbaal

verbal

werkwoordelijk

Ver·ˈband <Verband(e)s, Verbände> [fɛɐ̯ˈbant, -ˈbɛndə] SUST. m

1. Verband (Bund):

Verband

bond

Verband

federatie

Verband

unie

2. Verband MED.:

Verband

verband nt

3. Verband fig. (Zusammenhang):

Verband

verband nt

Verband

samenhang

4. Verband MILIT. (Einheit, Abteilung):

Verband

eenheid

Verband

formatie

Verband

afdeling

im Verband fliegen

in formatie vliegen

5. Verband ARQUIT.:

Verband

verband nt

Ver·ˈbund <Verbund(e)s, Verbunde[o. Verbünde] > [fɛɐ̯ˈbʊnt] SUST. m

1. Verbund ECON.:

Verbund

eenheid

Verbund

afdeling

2. Verbund TÉC.:

Verbund

verbinding

Verbund

koppeling

ˈBei·leid <Beileid(e)s> SUST. nt kein pl.

Beileid (Anteilnahme)

deelneming

Beileid (Mitleid)

medeleven nt

Beileid (Mitleid)

rouwbeklag nt

Beileid (Kondolenz)

condoleance

herzliches Beileid!

gecondoleerd!

Ver·ˈein <Verein(e)s, Vereine> [fɛɐ̯ˈʔ͜ain] SUST. m

Verein

vereniging

eingetragener Verein

officieel geregistreerde vereniging

im Verein mit fig.

in samenwerking met

im Verein mit fig.

samen met

in trautem Verein fig.

gezellig bij elkaar

ein seltsamer Verein! coloq.

een vreemd [o. merkwaardig] stelletje!

Ver·ˈweis <Verweises, Verweise> [fɛɐ̯ˈv͜ais] SUST. m

1. Verweis (Querverweis, Hinweis):

Verweis

verwijzing

2. Verweis (Tadel):

Verweis

terechtwijzing

Verweis

berisping

Verweis

standje nt

Ver·ˈleih <Verleih(e)s, Verleihe> [fɛɐ̯ˈl͜ai ] SUST. m

1. Verleih (Unternehmen):

Verleih

verhuurbedrijf

Verleih

uitleenbedrijf nt

2. Verleih (das Verleihen) kein pl.:

Verleih

het verhuren [o. uitlenen]

ver·ˈüben V. trans.

verüben

begaan

verüben

plegen

verüben

bedrijven

Streiche verüben

streken uithalen