Traducciones de „beziehungskauf“ en el diccionario alemán » neerlandés

be·ˈzie·hungs·los ADJ.

beziehungslos

zonder (enig) verband

beziehungslos

zonder (enige) samenhang

be·ˈzie·hungs·reich, be·ˈzie·hungs·voll ADJ.

beziehungsreich

toepasselijk

beziehungsreich

veelbetekenend

Be·ˈzie·hungs·kis·te SUST. f coloq.

Beziehungskiste

relatie

be·ˈzie·hungs·wei·se CONJ.

beziehungsweise

respectievelijk

beziehungsweise DER.

subsidiair

ˈAn·zie·hungs·kraft SUST. f

Anziehungskraft FÍS. (Gravitation)

aantrekkingskracht

Anziehungskraft fig. (Verlockung)

aantrekkingskracht

Be·ˈzie·hungs·wort <Beziehungswörter> SUST. nt LING.

Beziehungswort

antecedent nt

Ent·ˈzie·hungs·kur SUST. f

Entziehungskur

ontwenningskuur

Be·ˈzie·hung <Beziehung, Beziehungen> SUST. f

1. Beziehung (Verbindung):

Beziehung

betrekking

Beziehung

relatie

Beziehung

verhouding

enge Beziehungen

nauwe betrekkingen

2. Beziehung (Zusammenhang):

Beziehung

verband nt

Beziehung

samenhang

zwei Dinge zueinander in Beziehung setzen [o. bringen]

twee dingen met elkaar in verband brengen

3. Beziehung (Hinsicht):

Beziehung

opzicht nt

in dieser/gewisser/keiner/mancher Beziehung

in dit/zeker/geen enkel/menig opzicht

4. Beziehung (Einstellung):

Beziehung

houding

Beziehung

instelling

5. Beziehung coloq. (vorteilhafte Bekanntschaften) pl.:

Beziehung

(persoonlijke) relaties

Beziehung

connecties