Traducciones de „applizierend“ en el diccionario alemán » neerlandés

im·pli·ˈzie·ren [-ˈ͜tsiːrən] V. trans. elev.

implizieren

impliceren

implizieren

omvatten

du·pli·ˈzie·ren [dupliˈ͜tsiːrən] V. trans.

duplizieren

verdubbelen

ex·pli·ˈzie·ren [-ˈ͜tsiːrən] V. trans. elev.

explizieren

expliceren

explizieren

uitleggen

re·pli·ˈzie·ren [-pliˈ͜tsiːrən] V. trans.

1. replizieren ARTE:

replizieren

een replica maken

2. replizieren:

replizieren

repliceren

ap·plau·ˈdie·ren [apl͜auˈdiːrən] V. intr. elev.

applaudieren

applaudisseren (voor)

einem Sänger applaudieren

applaudisseren voor een zanger

kom·pli·ˈzie·ren¹ [kɔmpliˈ͜tsiːrən] V. trans.

komplizieren

bemoeilijken

komplizieren

compliceren

komplizieren

verwarren

pu·bli·ˈzie·ren [publiˈ͜tsiːrən] V. trans.

publizieren

publiceren

ap·pel·ˈlie·ren [apɛˈliːrən] V. intr.

1. appellieren elev. (sich auffordernd an jdn wenden):

appellieren

een beroep doen

appellieren

een oproep doen

appellieren

appelleren

an das Publikum appellieren

een oproep doen aan het publiek

an jds Gewissen/Nächstenliebe appellieren

op iems geweten/naastenliefde een beroep doen

2. appellieren elev. veraltet DER. (Berufung einlegen):

appellieren

hoger beroep aantekenen

appellieren

appelleren