neerlandés » alemán
Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: verstommen , herademen , bestemmen , afstemmen , vermommen , verdommen , geglommen y/e geklommen

her·ade·men <herademde, h. herademd> [hɛradəmə(n)] V. intr.

ver·stom·men1 <verstomde, i. verstomd> [vərstɔmə(n)] V. intr. (stom worden)

ge·klom·men V.

geklommen volt. deelw. van klimmen

Véase también: klimmen

klim·men <klom, h./i. geklommen> [klɪmə(n)] V. intr.

2. klimmen (rijdend, fietsend):

4. klimmen (toenemen, vermeerderen):

ge·glom·men V.

geglommen volt. deelw. van glimmen

Véase también: glimmen

ver·dom·men <verdomde, h. verdomd> [vərdɔmə(n)] V. trans.

1. verdommen (vertikken):

2. verdommen (schelen):

ver·mom·men <vermomde, h. vermomd> [vərmɔmə(n)] V. trans.

1. vermommen (verkleden):

af·stem·men <stemde af, h. afgestemd> [ɑfstɛmə(n)] V. trans.

1. afstemmen (bij stemming verwerpen):

2. afstemmen (zuiver stemmen):

3. afstemmen TV:

einstellen auf +acus.

4. afstemmen (in overeenstemming brengen):

abstimmen auf +acus.

be·stem·men <bestemde, h. bestemd> [bəstɛmə(n)] V. trans.


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski