Traducciones de „wazig“ en el diccionario neerlandés » alemán

wa·zig <wazige, waziger, wazigst> [wazəx] ADJ.

1. wazig (als met een waas bedekt):

wazig

dunstig

wazig

diesig

wazig

verschwommen

wazig fig.

nebelhaft

wazig fig.

schwammig

wazige omtrekken

verschwommene Umrisse pl.

de wazige verte

die diesige Ferne

wazige voorstellingen

verschwommene Vorstellungen pl.

wazige voorstellingen form.

nebulöse Vorstellungen pl. form.

de foto is zeer wazig

das Foto ist sehr verschwommen

zich wazig uitdrukken fig.

sich schwammig ausdrücken pey.

ik zie alles wazig

ich sehe alles verschwommen

2. wazig:

wazig (suf)

dösig coloq.

wazig (suf)

benommen

wazig (dof)

trübe

hij keek wazig uit zijn ogen

er schaute dösig drein coloq.

Ejemplos de uso para wazig

ik zie alles wazig

ich sehe alles verschwommen

een wazig beeld

ein verschwommenes Bild

zich wazig uitdrukken fig.

sich schwammig ausdrücken pey.

de foto is zeer wazig

das Foto ist sehr verschwommen

hij keek wazig uit zijn ogen

er schaute dösig drein coloq.