Traducciones de „schlucksen“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

schaat·sen <schaatste, h. geschaatst> [sxatsə(n)] V. intr.

schaatsen

Schlittschuh laufen

schaatsen

eislaufen

schert·sen <schertste, h. geschertst> [sxɛrtsə(n)] V. intr.

1. schertsen (gekscheren):

schertsen

scherzen

schertsen

spaßen

schertsen

juxen coloq.

schertsen

ulken coloq.

2. schertsen (spotten):

schertsen

scherzen

schertsen

spaßen

schertsen

spötteln

schet·sen <schetste, h. geschetst> [sxɛtsə(n)] V. trans.

1. schetsen:

schetsen (in hoofdlijnen tekenen)

skizzieren

schetsen (omlijnen)

umreißen

2. schetsen (met woorden uitbeelden):

schetsen

skizzieren

schetsen

in Umrissen beschreiben

schetsen

umreißen

iets in grote lijnen schetsen

etw in groben Zügen umreißen

iets in een paar woorden schetsen

etw mit wenigen Worten umreißen

schor·sen <schorste, h. geschorst> [sxɔrsə(n)] V. trans.

1. schorsen (buiten werking stellen):

schorsen

aussetzen

de uitvoering van het vonnis schorsen

die Vollstreckung des Urteils aussetzen

2. schorsen (tijdelijk sluiten):

schorsen

unterbrechen

een vergadering schorsen

eine Sitzung [o. Versammlung] unterbrechen

3. schorsen (verbieden zijn ambt waar te nemen):

schorsen

suspendieren

schorsen DEP.

sperren

de ambtenaar schorsen

den Beamten (vom Dienst) suspendieren

be·hek·sen <behekste, h. behekst> [bəhɛksə(n)] V. trans.

beheksen

behexen

beheksen

verhexen

schla·ger <schlager|s> [ʃlaɡər] SUST. m

schlager

Schlager m

hek·sen <hekste, h. gehekst> [hɛksə(n)] V. intr.

heksen

hexen

sek·sen¹ <sekste, h. gesekst> [sɛksə(n)] V. intr. (seks hebben)

seksen

Sex haben

schert·send [sxɛrtsənt] ADJ.

schertsend

scherzhaft

schertsend

scherzend

schertsend

im Scherz

half schertsend

halb im Scherz