Traducciones de „rok“ en el diccionario neerlandés » alemán

rok <rok|ken> [rɔk] SUST. m

1. rok (kledingstuk voor vrouwen):

rok

Rock m

aan moeders rokken hangen

an Mamas Rockzipfel hängen

2. rok (jas voor mannen):

rok

Frack m

3. rok (overkleed):

rok

Rock m

rok

Obergewand nt

Ejemplos de uso para rok

een rok rimpelen

einen Rock ankrausen

de Schotse rok

der Schottenrock

een geruite rok

ein karierter Rock

een rok met een split

ein Rock mit Schlitz

plooien uit een rok strijken

Falten aus einem Rock bügeln

een rok aan de binnenkant strijken

einen Rock (von) links bügeln

de rok reikt tot haar knieën

der Rock reicht ihr bis zu den Knien

de rok gaat tot onder de knie

der Rock reicht über das Knie

het hemd is nader dan de rok provb.

das Hemd ist näher als der Rock