neerlandés » alemán

op·drin·gen1 <drong op, i. opgedrongen> [ɔbdrɪŋə(n)] V. intr. (naar voren dringen)

op·drin·gen2 <drong op, h. opgedrongen> [ɔbdrɪŋə(n)] V. trans.

2. opdringen:

opdringen (opleggen)
opdringen (opleggen)
opdringen (sterker)
iem zijn overtuiging opdringen

op·drin·gen3 <drong zich op, h. zich opgedrongen> [ɔbdrɪŋə(n)] V. wk ww

opdringen zich opdringen (personen):

opdringen

Ejemplos de uso para opdringen

iem zijn overtuiging opdringen

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski