Traducciones de „nadenken“ en el diccionario neerlandés » alemán

na·den·ken¹ [nadɛŋkə(n)] SUST. nt geen pl.

nadenken

Nachdenken nt

dat stemt tot nadenken

das stimmt nachdenklich

na·den·ken² <dacht na, h. nagedacht> [nadɛŋkə(n)] V. intr.

nadenken

nachdenken über +acus.

nadenken

(sich dat. ) überlegen

diep nadenken

tief nachdenken

niet meer kunnen nadenken

nicht mehr denken können

ergens goed over nadenken

etw gut überlegen

ik zal er eens over nadenken

ich werds mir überlegen

Ejemplos de uso para nadenken

diep nadenken

tief nachdenken

niet meer kunnen nadenken

nicht mehr denken können

ergens goed over nadenken

etw gut überlegen

dat stemt tot nadenken

das stimmt [o. macht] einen nachdenklich

oordelen/nadenken over iets

urteilen/nachdenken über etw acus.

ik zal er eens over nadenken

ich werds mir überlegen

ik ben suf van het nadenken coloq.

mir raucht der Kopf