Traducciones de „lastering“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

last·ge·ving <lastgeving|en> [lɑstxevɪŋ] SUST. f

1. lastgeving (opdracht):

lastgeving

Auftrag m

2. lastgeving jur.:

lastgeving

Mandat nt

3. lastgeving (lastbrief, volmacht):

lastgeving

Mandat nt

lastgeving

Vollmacht f

las·te·ren <lasterde, h. gelasterd> [lɑstərə(n)] V. trans.

1. lasteren (beledigen, honen):

lasteren

beschimpfen

lasteren

verhöhnen

God lasteren

Gott lästern

2. lasteren (kwaadspreken):

lasteren

verleumden

lasteren

verunglimpfen

lasteren

schlechtmachen

ca·te·ring <catering|s> [ketərɪŋ] SUST. f

catering

Catering nt kein pl.

catering (algemener)

Verpflegung f

af·ras·te·ring <afrastering|en> [ɑfrɑstərɪŋ] SUST. f

afrastering

Einzäunung f

glin·ste·ring [ɣlɪnstərɪŋ] SUST. f geen pl.

1. glinstering (het glinsteren, glans):

glinstering

Flimmern nt

glinstering

Glitzern nt

de glinstering van de ogen

das Funkeln der Augen

2. glinstering (iets dat glinstert):

glinstering

Schimmer m

las·ter·lijk [lɑstərlək] ADJ.

1. lasterlijk (m.b.t. God):

lasterlijk

lästerlich

lasterlijk

lästernd

lasterlijke woorden

lästerliche Reden

lasterlijke woorden

Lästerungen pl.

2. lasterlijk (een persoon):

lasterlijk

verleumderisch

lasterlijk form.

diffamierend

mon·ste·ring <monstering|en> [mɔnstərɪŋ] SUST. f

1. monstering (keuring):

monstering

Begutachtung f

2. monstering (inspectie):

monstering

Inspektion f

3. monstering scheepv.:

monstering

Anmusterung f

gods·las·te·ring <godslastering|en> [ɣɔtslɑstərɪŋ] SUST. f

1. godslastering (blasfemie):

godslastering

Gotteslästerung f

2. godslastering (vloekwoord):

godslastering

Fluch m

las·te·raar <lasteraar|s, laste|raren> [lɑstərar] SUST. m

lasteraar

Verleumder m

lasteraar

Lästerer m

no·te·ring <notering|en> [noterɪŋ] SUST. f

notering

Notierung f

fol·te·ring <foltering|en> [fɔltərɪŋ] SUST. f

foltering

Folterung f

foltering

Folter f

ken·te·ring <kentering|en> [kɛntərɪŋ] SUST. f

1. kentering (getijde, weer):

kentering

Wechsel m

2. kentering fig. (gevoel, mening, situatie e.d.):

kentering

Umschwung m

kentering

Umschlag m

kentering

Wende f

een kentering in de politiek

eine Tendenzwende in der Politik

de kentering in de publieke opinie

der Umschwung der öffentlichen Meinung