Traducciones de „inwoning“ en el diccionario neerlandés » alemán

in·wo·ning [ɪnwonɪŋ] SUST. f geen pl.

1. inwoning:

kost en inwoning (het inwonen)

Kost und Logis

kost en inwoning (het inwonen)

Unterkunft und Verpflegung

locuciones, giros idiomáticos:

de plaats [o. de stad] van iems inwoning (het wonen binnen een bepaald gebied)

jds Wohnsitz m

Ejemplos de uso para inwoning

kost en inwoning (het inwonen)

Kost und Logis

de plaats [o. de stad] van iems inwoning (het wonen binnen een bepaald gebied)

jds Wohnsitz m