Traducciones de „investeerster“ en el diccionario neerlandés » alemán

in·ves·te·ren <investeerde, h. geïnvesteerd> [ɪnvɛsterə(n)] V. trans.

investeren

investieren

geld in een onderneming investeren

Geld in ein Unternehmen investieren

veel tijd investeren

viel Zeit investieren

ver·eer·ster SUST. f

vereerster forma femenina de vereerder

Véase también: vereerder

ver·eer·der <vereerder|s> [vərerdər] SUST. m

vereerder

Verehrer m

in·ves·te·ring <investering|en> [ɪnvɛsterɪŋ] SUST. f

investering

Investition f

investering ((geld)belegging)

Anlage f

investeringen doen

Investitionen vornehmen

ser·veer·ster <serveerster|s> [sɛrverstər] SUST. f

serveerster

Bedienung f kein pl.

serveerster

Kellnerin f

serveerster

Serviererin f

ver·sier·ster SUST. f

versierster forma femenina de versierder

Véase también: versierder

ver·sier·der <versierder|s> [vərsirdər] SUST. m

versierder

Charmeur m

ver·voer·ster SUST. f

vervoerster forma femenina de vervoerder

Véase también: vervoerder

ver·voer·der <vervoerder|s> [vərvurdər] SUST. m

vervoerder (allgemeen)

Beförderer m

vervoerder (allgemeen)

Transporteur m

vervoerder (goederen)

Spediteur m

win·ke·lier·ster SUST. f

winkelierster forma femenina de winkelier

Véase también: winkelier

win·ke·lier <winkelier|s> [wɪŋkəlir] SUST. m

winkelier

Ladenbesitzer m

winkelier

Geschäftsinhaber m

sa·men·zweer·ster SUST. f

samenzweerster forma femenina de samenzweerder

Véase también: samenzweerder

sa·men·zweer·der <samenzweerder|s> [samə(n)zwerdər] SUST. m

samenzweerder

Verschwörer m

samenzweerder

Verschworene(r) m

samenzweerder (andere deelnemer)

Mitverschwörer m

samenzweerder (andere deelnemer)

Mitverschworene(r) m

in·ves·ti·tuur <investituren> [ɪnvɛstityr] SUST. f

investituur

Investitur f

in·val·ster <invalster|s> [ɪnvɑlstər] SUST. f

invalster forma femenina de invaller

Véase también: invaller

in·val·ler <invaller|s> [ɪnvɑlər] SUST. m

1. invaller DEP.:

invaller (plaatsvervanger)

Ersatz m

invaller (plaatsvervanger)

Ersatzmann m

invaller (in ambt)

Vertreter m

ik doe dat als invaller

ich mache das vertretungsweise

2. invaller (iem die een inval doet):

invaller

Angreifer m

in·vet·ten <vette in, h. ingevet> [ɪnvɛtə(n)] V. trans.

invetten

einfetten

invetten (met olie)

einölen

kam·peer·ster <kampeerster|s> [kɑmperstər] SUST. f

kampeerster forma femenina de kampeerder

Véase también: kampeerder

kam·peer·der <kampeerder|s> [kɑmperdər] SUST. m

kampeerder

Camper m

aan·voer·ster <aanvoerster|s> [anvurstər] SUST. f

aanvoerster forma femenina de aanvoerder

Véase también: aanvoerder

aan·voer·der <aanvoerder|s> [anvurdər] SUST. m

aanvoerder

Anführer m

aanvoerder DEP.

Mannschaftskapitän m

ju·we·lier·ster SUST. f

juwelierster forma femenina de juwelier

Véase también: juwelier

ju·we·lier <juwelier|s> [jywəlir] SUST. m

juwelier

Juwelier m

uit·voer·ster SUST. f

uitvoerster forma femenina de uitvoerder

Véase también: uitvoerder

uit·voer·der <uitvoerder|s> [œytfurdər] SUST. m

1. uitvoerder bouww.:

uitvoerder

Bauführer m

2. uitvoerder (van testament, vonnis):

uitvoerder

Vollstrecker m

ren·te·nier·ster SUST. f

rentenierster forma femenina de rentenier

Véase también: rentenier

ren·te·nier <rentenier|s> [rɛntənir] SUST. m

1. rentenier (iem die van zijn renten leeft):

rentenier

Privatmann m

2. rentenier (iem zonder betrekking):

rentenier

Müßiggänger m

leer·mees·ter <leermeester|s> [lermestər] SUST. m

leermeester

Lehrer m

leermeester form.

Lehrmeister m