Traducciones de „handelsbetrieb“ en el diccionario neerlandés » alemán

han·dels·brief <handels|brieven> [hɑndəlzbrif] SUST. m

handelsbrief

Handelsbrief m

handelsbrief

Geschäftsbrief m

han·dels·rei·zi·ger <handelsreiziger|s> [hɑndəlsrɛizəɣər] SUST. m

handelsreiziger

Handelsvertreter m

han·dels·be·lang <handelsbelang|en> [hɑndəlzbəlɑŋ] SUST. nt

handelsbelang

Geschäftsinteresse nt

han·dels·merk <handelsmerk|en> [hɑndəlsmɛrk] SUST. nt

handelsmerk

Schutzmarke f

handelsmerk

Warenzeichen nt

gedeponeerd handelsmerk

eingetragene Schutzmarke f

han·dels·ken·nis [hɑndəlskɛnɪs] SUST. f geen pl.

handelskennis

kaufmännische(n) Kenntnisse pl.

han·dels·ver·keer [hɑndəlsfərker] SUST. nt geen pl.

handelsverkeer

Geschäftsverkehr m

handelsverkeer

Handelsverkehr m

han·dels·re·gis·ter <handelsregister|s> [hɑndəlsrəɣɪstər] SUST. nt

handelsregister

Handelsregister nt

handelsregister

Firmenregister nt

han·dels·bank <handelsbank|en> [hɑndəlzbɑŋk] SUST. f

handelsbank

Handelsbank f

han·dels·ba·lans <handelsbalans|en> [hɑndəlzbalɑns] SUST. f

handelsbalans

Handelsbilanz f

een actieve/passieve handelsbalans

eine aktive/passive Handelsbilanz

het tekort op de handelsbalans

das Handelsbilanzdefizit

han·dels·ha·ven <handelshaven|s> [hɑndəlshavə(n)] SUST. f

handelshaven

Handelshafen m

han·dels·te·kort <handelstekort|en> [hɑndəlstəkɔrt] SUST. nt

handelstekort

Handelsbilanzdefizit nt

han·dels·part·ner <handelspartner|s> [hɑndəlspɑrtnər] SUST. m

handelspartner

Handelspartner m

han·dels·ver·drag <handelsverdrag|en> [hɑndəlsfərdrɑx] SUST. nt

handelsverdrag

Handelsvertrag m

handelsverdrag

Handelsabkommen nt