Traducciones de „aufbegehrend“ en el diccionario neerlandés » alemán

af·keu·rend [ɑfkørənt] ADJ.

afkeurend

abfällig

een afkeurende blik

ein missbilligender Blick

zich afkeurend over iem/iets uitlaten

sich abfällig über jdn/etw äußern

be·zwa·rend <bezwarende, bezwarender, bezwarendst> [bəzwarənt] ADJ.

1. bezwarend (lastig, moeilijk):

bezwarend

beschwerlich

bezwarend

lästig

bezwarende omstandigheden

beschwerliche(n) Umstände pl.

2. bezwarend (schuldlast):

bezwarend

belastend

bezwarende feiten

belastende(n) Tatsachen pl.

wei·ge·rend [wɛɪɣərənt] ADJ.

weigerend

abschlägig

weigerend

ablehnend

uit·voe·rend [œytfurənt] ADJ.

uitvoerend

ausführend

de uitvoerenden (bij voorstelling)

die Ausführenden pl.

de uitvoerenden (bij voorstelling)

die Mitwirkenden pl.

de uitvoerende macht (concreet)

die Exekutive

in·tri·ge·rend ADJ.

intrigerend → intrigant

Véase también: intrigant

in·tri·gant <intrigant|en> [ɪntriɣɑnt] SUST. m

intrigant

Intrigant m