neerlandés » alemán

Traducciones de „afspreken“ en el diccionario neerlandés » alemán (Ir a alemán » neerlandés)

af·spre·ken1 <sprak af, h. afgesproken> [ɑfsprekə(n)] V. intr. (een afspraak maken)

af·spre·ken2 <sprak af, h. afgesproken> [ɑfsprekə(n)] V. trans. (bij overeenkomst vaststellen)

Ejemplos de uso para afspreken

een datum afspreken
een plan afspreken

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski