Traducciones de „verwühlen“ en el diccionario alemán » neerlandés

ver·ˈwäh·len V. v. refl. coloq. (beim Telefon)

verwählen

het verkeerde nummer kiezen [o. draaien]

zer·ˈwüh·len V. trans.

zerwühlen

dooreenwoelen

zerwühlen

omwoelen

ver·ˈwun·den [fɛɐ̯ˈvʊndn̩] V. trans.

1. verwunden:

verwunden

(ver)wonden

2. verwunden fig.:

verwunden

kwetsen

verwunden

krenken

ver·ˈwei·len V. intr. elev. (sich aufhalten)

verweilen

(ver)blijven

verweilen

vertoeven

bei einem Gedanken verweilen fig. (sich mit etw beschäftigen)

bij een gedachte blijven stilstaan

ver·ˈwun·dern¹ V. trans.

verwundern

verwonderen

verwundern

bevreemden

verwundern

verbazen

ver·ˈwüs·ten [fɛɐ̯ˈvyːstn̩] V. trans.

verwüsten

verwoesten

verwüsten

vernielen

ver·ˈwun·schen [fɛɐ̯ˈvʊnʃn̩] ADJ.

verwunschen

betoverd

ˈauf·wüh·len V. trans.

1. aufwühlen (aufwerfen):

aufwühlen

opwoelen

aufwühlen

loswoelen

2. aufwühlen (umgraben):

aufwühlen

omwoelen

aufwühlen

omwroeten

3. aufwühlen elev. (stark bewegen):

aufwühlen

in beroering brengen

aufwühlen

aangrijpen

ein aufwühlendes Ereignis fig.

een aangrijpende gebeurtenis

be·ˈfüh·len V. trans.

befühlen

bevoelen

befühlen

betasten

befühlen

aftasten