Traducciones de „vereinskameradin“ en el diccionario alemán » neerlandés

ver·ˈein·sa·men [fɛɐ̯ˈʔ͜ainzaːmən] V. intr.

vereinsamen

vereenzamen

vereinsamen

eenzaam worden

ver·ˈein·ba·ren [fɛɐ̯ˈʔ͜ainbaːrən] V. trans.

1. vereinbaren (absprechen):

vereinbaren

overeenkomen

vereinbaren

afspreken

2. vereinbaren (meist bei Verneinung, in Einklang bringen):

vereinbaren

overeenbrengen

vereinbaren

in overeenstemming brengen

ver·ˈein·nah·men [fɛɐ̯ˈʔ͜ainnaːmən] V. trans.

1. vereinnahmen (einnehmen):

vereinnahmen

beuren

vereinnahmen

innen

2. vereinnahmen fig. (beanspruchen):

vereinnahmen

beslag leggen op

ˈKriegs·ka·me·rad SUST. m

Kriegskamerad

wapenbroeder

Kriegskamerad

krijgsmakker

ver·ˈei·nen² [fɛɐ̯ˈʔ͜ainən] V. v. refl.

1. vereinen (sich zusammenschließen):

vereinen

zich verenigen

vereinen

zich aaneensluiten

2. vereinen (zusammenkommen):

vereinen

zich verenigen

vereinen

samengaan

ver·ˈein·bar [-baːɐ̯] ADJ.

vereinbar

verenigbaar

vereinbar

te verenigen

ver·ˈei·ni·gen² [fɛɐ̯ˈʔ͜ainɪgn̩] V. v. refl.

1. vereinigen (sich zusammenschließen):

vereinigen

zich verenigen

vereinigen

zich aaneensluiten

2. vereinigen (zusammenkommen):

vereinigen

samenkomen

vereinigen

bij elkaar komen

ver·ˈein·zeln¹ [fɛɐ̯ˈʔ͜ain͜tsl̩n] V. trans.

1. vereinzeln AGR.:

vereinzeln

uitdunnen

2. vereinzeln fig.:

vereinzeln

afzonderen

vereinzeln

isoleren

ver·ˈein·fa·chen [fɛɐ̯ˈʔ͜ainfaxn̩] V. trans.

vereinfachen

vereenvoudigen

ver·ˈei·sen¹ [fɛɐ̯ˈʔ͜aizn̩] V. intr. (zu Eis werden)

vereisen

tot ijs worden

vereisen

bevriezen

ein vereister Fluss

een dichtgevroren rivier

ver·ˈei·tern [fɛɐ̯ˈʔ͜aitɐn] V. intr.

vereitern

veretteren

vereitern

tot ettering overgaan

ˈSpiel·ka·me·rad(in) SUST. m(f)

Spielkamerad → Spielgefährte

Véase también: Spielgefährte

ˈSpiel·ge·fähr·te SUST. m

Spielgefährte

speelkameraad(je)

Spielgefährte

speelgenoot