Traducciones de „overladenheid“ en el diccionario alemán » neerlandés

(Ir a neerlandés » alemán)

ver·ˈla·den [fɛɐ̯ˈlaːdn̩] V. trans. irreg.

1. verladen (aufladen):

verladen

verladen

verladen

inladen

verladen

verzenden

2. verladen coloq. (hintergehen):

verladen

belazeren

Ver·ˈle·gen·heit <Verlegenheit, Verlegenheiten> [-h͜ait] SUST. f

1. Verlegenheit:

Verlegenheit

verlegenheid

Verlegenheit

vervelende situatie

2. Verlegenheit kein pl.:

Verlegenheit

verlegenheid

Verlegenheit

het verlegen zijn

Ver·ˈlo·gen·heit <Verlogenheit, Verlogenheiten> SUST. f

1. Verlogenheit (Heuchelei):

Verlogenheit

oneerlijkheid

Verlogenheit

leugen

2. Verlogenheit (lügnerisches Wesen) kein pl.:

Verlogenheit

leugenachtigheid

über·ˈla·den³ V. trans. irreg.

überladen (zu stark beladen)

overladen

überladen (zu stark beladen)

te zwaar (be)laden

überladen fig. a. (überschwemmen)

overstelpen

ˈvor·la·den V. trans. irreg. DER.

vorladen

dag(vaard)en

Ver·ˈbun·den·heit <Verbundenheit> [fɛɐ̯ˈbʊndn̩h͜ait] SUST. f kein pl.

Verbundenheit

verbondenheid

Verbundenheit

saamhorigheid

Zu·ˈfrie·den·heit <Zufriedenheit> [ ͜tsuˈfriːdn̩h͜ait] SUST. f kein pl.

Zufriedenheit

tevredenheid

Zufriedenheit

genoegen nt

zu seiner Zufriedenheit

tot zijn tevredenheid [o. genoegen]