Traducciones de „listenführerin“ en el diccionario alemán » neerlandés

ˈlis·ten·reich ADJ.

listenreich

sluw

listenreich

zeer [o. erg] listig

ˈWa·gen·füh·rer(in) SUST. m(f)

Wagenführer(in)

(wagen)bestuurder((wagen)bestuurster) m (f)

ˈein·füh·ren V. trans.

1. einführen (hineinschieben):

einführen

inbrengen

einführen

steken [o. schuiven] in

den Schlüssel einführen

de sleutel in het slot steken

2. einführen (importieren):

einführen

invoeren

einführen

importeren

3. einführen (neue Produkte):

einführen

introduceren

einführen

invoeren

eine (gut) eingeführte Firma

een goed bekendstaande [o. algemeen bekende] firma

4. einführen (einarbeiten):

einführen

inwerken

einführen

instrueren

5. einführen (vertraut machen):

einführen

inleiden (in)

einführen

vertrouwd maken (met)

6. einführen (ins Spiel bringen):

einführen

inleiden (in [o. bij] )

einführen

introduceren

eine Person in einem Roman einführen

een persoon in een roman opvoeren

ˈhin·füh·ren¹ V. intr.

1. hinführen (in Richtung auf etw verlaufen):

hinführen

leiden naar

wo führt dieser Weg hin?

waar loopt deze weg naartoe?

2. hinführen fig.:

hinführen

leiden tot