Traducciones de „harmonicabus“ en el diccionario alemán » neerlandés

(Ir a neerlandés » alemán)

Har·ˈmo·ni·ka <Harmonika, Harmonikas[o. Harmoniken] > [harˈmoːnika] SUST. f MÚS.

Harmonika (Ziehharmonika, Mundharmonika)

harmonica

Har·ˈmo·ni·um <Harmoniums, Harmonien> [harˈmoːni̯ʊm, -ni̯ən] SUST. nt

Harmonium

harmonium nt

har·ˈmo·nisch [harˈmoːnɪʃ] ADJ.

harmonisch

harmonisch

har·mo·ˈnie·ren [-ˈniːrən] V. intr. (gut zusammenpassen)

harmonieren

harmoniëren

sie harmonieren nicht miteinander

ze kunnen het niet goed met elkaar vinden

har·mo·ni·ˈsie·ren [harmoniˈziːrən] V. trans.

1. harmonisieren MÚS.:

harmonisieren

harmoniseren

2. harmonisieren fig.:

harmonisieren

harmoniseren

Har·mo·ˈnie <Harmonie, Harmonien> [harmoˈniː, -ˈniːən] SUST. f

1. Harmonie MÚS.:

Harmonie

harmonie

2. Harmonie meist sing.:

Harmonie

harmonie

die Harmonie ihres Wesens

de evenwichtigheid van haar karakter

locuciones, giros idiomáticos:

die eheliche Harmonie wiederherstellen

de goede verstandhouding binnen het huwelijk herstellen

Har·mo·ni·ˈsie·rung <Harmonisierung, Harmonisierungen> [-ˈziːrʊŋ] SUST. f

1. Harmonisierung MÚS.:

Harmonisierung

harmonisering

2. Harmonisierung ECON.:

Harmonisierung

harmonisatie