Traducciones de „chieren“ en el diccionario alemán » neerlandés

(Ir a neerlandés » alemán)

ˈchil·len [ˈ͜tʃɪlən] V. intr. coloq.

chillen

chillen

chillen

zich ontspannen

ˈgie·ren [ˈgiːrən] V. intr.

1. gieren elev.:

gieren

gretig [o. heftig] verlangen

gieren

snakken

2. gieren NÁUT.:

gieren

gieren

gieren

slingeren

ˈzie·ren¹ [ˈ͜tsiːrən] V. trans. (schmücken)

zieren

(ver)sieren

zieren

tooien

ˈfrie·ren² <fror, gefroren> [ˈfriːrən] V. v. impers.

1. frieren (gefrieren):

frieren

vriezen

2. frieren (sich kalt fühlen):

frieren

het koud hebben

es friert mich

ik heb het koud

mich friert (es)

ik heb het koud

aˈgie·ren [aˈgiːrən] V. intr.

1. agieren elev. (arbeiten, handeln):

agieren

werken

agieren

ageren

agieren

werkzaam zijn

agieren

handelen

2. agieren elev. (gestikulieren):

agieren

gesticuleren

3. agieren elev. TEAT. (auftreten, spielen):

agieren

ageren

agieren

acteren

li·ˈie·ren [liˈiːrən] V. v. refl. elev.

liieren

(zich) liëren

ˈstie·ren [ˈʃtiːrən] V. intr.

1. stieren (starr blicken):

stieren

(zitten) staren

stieren

star [o. strak] kijken

2. stieren (Kuh):

stieren

naar de stier verlangen

ˈsche·ren¹ [ˈʃeːrən] V. trans.

1. scheren coloq. (angehen):

scheren

kunnen schelen

scheren

aangaan

es schert mich herzlich wenig [o. einen Dreck]

het interesseert me geen lor

2. scheren:

scheren (Weberei) a. NÁUT.

scheren

scheren NÁUT. (von Seilen)

spannen

chif·ˈfrie·ren [ʃɪˈfriːrən] V. trans.

chiffrieren

coderen

chiffrieren

in geheimschrift schrijven

chiffrieren

in code omzetten